Tips & Trucs beeldhouwen

Kleinigheden maken soms een groot verschil voor het eindresultaat of maken je het werk gemakkelijker. Daarom hier wat tips&trucs.

Om te beginnen: Tien tips voor de beginnende beeldhouwer van beeldhouwer Koen van Velzen.

Mijn eigen tips & trucs

Tip 1: Beelden zijn drie-dimensionaal

Klinkt haast te simpel, deze tip. Maar toch begin ik er mee.
Vooral beginnende beeldhouwers zijn geneigd bij een beeld te denken in een ‘voorkant’ en een ‘achterkant’. Waarbij de voorkant vanzelfsprekend de ‘mooie’ kant is. Als ik tijdens een les daar op wijs, dan zeggen mijn cursisten wel eens: ‘aan de achterkant wonen geen mensen’. Heel soms is dat ook zo. Met de nadruk op: heel soms. Want een beeld is toch het meest interessant als het uitnodigt om verder te kijken dan alleen de ‘voorkant’. En niet zelden maak ik mee dat -nadat ook de ‘achterkant’ onder handen is genomen- die de ‘voorkant’ wordt.

Tip 2: Een beeld bestaat uit holle, bolle en platte vlakken

Een beeld is opgebouwd uit vlakken: bolle, holle en platte vlakken. Met die drie vormelementen kun je eindeloos veel beelden maken. Wanneer de vlakken elkaar ‘ontmoeten’ worden de lijnen in een beeld zichtbaar. Beginnende beeldhouwers zijn geneigd lijnen te tekenen met een rasp of beitel. Om even wat meer grip met je gereedschap op de steen te krijgen is dat natuurlijk handig. Maar later in het proces krijg je een veel beter beeld als een lijn het resultaat is van de ontmoeting van aansluitende vlakken. Bijvoorbeeld van een een hol en een bol vlak of van twee platte vlakken. De lijnen kun je verleggen door wat van het ene vlak weg te halen of juist wat van het andere. Ook tijdens de fase van schuren en polijsten moet je de ontmoeting van de vlakken blijven bewaken voor een goed eindresultaat.

Tip 3: Onderzijde beeld afzagen

Wil je een stuk van je steen afzagen om het beeld neer te kunnen zetten, dan ga je als volgt te werk. Vraag een assistent je steen op een tafel in de gewenste positie vast te houden. Leg een rechte lat naast het beeld op de tafel, zodanig dat die ook de steen raakt. Teken langs de lat een lijn op de steen. Alleen tekenen daar waar de steen de lat raakt.  De lat steeds verleggen tegen een ander deel van de steen totdat je rondom een lijn hebt. Dit is je referentielijn.
Vervolgens bepaal je hoeveel hoger of lager dan de referentielijn je de steen wilt afzagen. Zo nodig teken je die ook af, evenwijdig aan je referentielijn.
Gebruik voor een vlak resultaat een zaag met een vlak zaagblad (dus geen draadzaag). Zet het midden van de zaag op een punt waar beide helften van de zaag deels nog in de lucht hangen. Begin te zagen en er let vooral in het begin goed op, dat je aan de twee zijden van de steen de lijn volgt. Let je maar op één kant van je steen op de lijn, dan heb je grote kans dat je steen wel vlak staat, maar in een heel andere positie dan je vooraf voor ogen had. Als het zaagblad een stukje op weg is, dan hoef je daarna eigenlijk niet meer naar de lijnen te kijken en kun je gewoon doorzagen tot je je doel hebt bereikt.

Tip 4: Beeld op een pen zetten

Als je een pen in je beeld wilt hebben om het op een sokkel te zetten zul je er een gat in moeten boren. Het juiste moment daarvoor is als je tevreden bent over de ruwe vorm. Eerder heeft niet zo veel zin omdat dan de juiste positie van je beeld nog niet duidelijk is. In een latere fase loop je risico op beschadigingen die je vervolgens weer weg moet werken. Ook is er altijd het risico van breuk. Dat laatste risico kun je met een juiste aanpak verkleinen, maar niet helemaal uitsluiten. Hoe minder ver je met je beeld bent gevorderd, hoe minder vervelend een breuk is.
Vraag een assistent je beeld in de juiste positie op een tafel vast te houden. Plaats een winkelhaak met de korte brede kant op de tafel en de lange kant tegen de voorzijde van je beeld. De lange zijde moet ongeveer langs het punt lopen waar de pen moet komen. Teken langs de winkelhaak op je beeld een rechte lijn of plak er schilderstape op. Herhaal dit aan de zijkant van je beeld. Belangrijk is dat de assistent in de tussentijd de positie van het beeld niet verandert!
Leg daarna je beeld op een zandkussen, waarbij het stuk waarin je gaat boren iets over de rand van het kussen uitsteekt. Dat laatste is alleen voor kleinere beelden belangrijk, om te voorkomen dat je met de draaiende boorkop het kussen raakt. Zorg dat je zelf bovenop één lijn goed kunt zien. Gebruik een dunne (hout)boor en zet je boor op het punt waar de pen moet komen. Zelf kijk je of de lijn van je boor en de lijn op je beeld dezelfde richting hebben. Je assistent kijk op ooghoogte vanaf de zijkant of je de boor meer naar boven of beneden moet bewegen om evenwijdig aan de zijlijn te boren.
Vraag je assistent het beeld stevig vast te houden. Begin dan te boren. Haal regelmatig de boor al draaiend een stukje terug uit de steen om steenstof af te voeren en zo te voorkomen dat de boor vastloopt en boor en / of steen breekt.
Steek vervolgens een rechte pen van dezelfde dikte als je boor in het boorgat, zet de steen in de juiste positie op tafel en kijk of je pen recht staat. Mocht dat niet het geval zijn, dan kun je met de volgende (iets dikkere boor) het gat nog in de juiste richting corrigeren. Herhaal dit procedé met een steeds dikkere boor, totdat het boorgat de juiste maat heeft voor de pen die je wilt gebruiken.

Tip 5: Afvalwater opvangen na nat schuren

Na nat schuren kun je het afvalwater beter niet in de gootsteen legen. Het steenstof bezinkt snel en klontert samen in je afvoer. Er is een eenvoudig, doeltreffend alternatief.
Bevestig met een paar wasknijpers een oude lap in een vergiet en zet je zelfgemaakte filter op een emmer. Als je hier je afvalwater in giet, heb je na enige tijd schoon water in de emmer en het stof in je filter.

Steenstof in water filteren met een vergiet met daarin een oude doek.    Nat steenstof bezinkt snel. In je afvoer geeft dat grote problemen.

Tip 6: Vlak maken van de onderkant van een beeld

Een beeld aan de onderkant vlak maken is niet zo simpel als het lijkt. Met een platte vijl maak je onwillekeurig toch een iets ronde beweging, waardoor het beeld blijft wiebelen, of de onderkant iets kiert ten opzichte van het vlak waar je het op wilt plaatsen.

Een goed hulpmiddel is een een plank met daarop grof schuurpapier geniet (zie afbeelding boven aan de pagina). De schuurplank bevestig je met lijmklemmen op een werktafel.  Duw je beeld heel rustig op en neer over de plank. Belangrijk is daarbij dat je het gewicht van de steen zijn werk laat doen. Druk desnoods nog wat extra op je steen, maar let er op dat je beeld niet kantelt tijdens de beweging. Mocht dat nog steeds niet helemaal het gewenste resultaat hebben, hol dan in het midden de steen iets uit en haal daarna je beeld nog eens over de plank.

Tip 7: Secondelijn doet wonderen!

Je kunt er een afgebroken stuk steen mee lijmen en er een pen mee vast zetten in een beeld. Snel, stevig: wat wil een mens nog meer? Wel evengoed opletten dat je je vingers niet mee lijmt…

Tip 8: Combineer steen eens met andere materialen

Misschien een open deur, maar als je een beeld maakt, dan hoef je jezelf niet te beperken tot steen. Probeer eens een combinatie met glas, metaal, hout, textiel. Noem het maar op.

Tip 9: Laat je regelmatig inspireren

Bezoek regelmatig een tentoonstelling of museum of bekijk eens een boek met kunstwerken. Lees over of kijk naar een film of documentaire over kunstenaars. Waarschijnlijk kom jij nooit met je werk in een museum en bijna zeker wordt jij niet de Rodin van deze tijd. Maar de kunstwerken en hun makers kunnen je wel inspireren om anders te kijken. Je kunt er zeker ook van leren. Bijvoorbeeld als je voor jezelf probeert te benoemen waarom dit of dat werk jou nou juist heel erg aanspreekt. Dat werkt beslist door in je eigen werk.

En ook al heb je helemaal geen enkele ambitie om KUNST te maken, maar heb je vooral plezier in je hobby, dan nog kun je daarmee je eigen resultaten verbeteren. Als je dat ook onbelangrijk vindt, nog één goede reden om je te regelmatig te laten inspireren door anderen: je wordt er in elk geval blij van. Wie wil dat nou niet?